Over alles behalve design

Abonneren op feed Over alles behalve design
arthouse, classics, cult, Hollywood, music
Bijgewerkt: 2 uur 49 min geleden

Abwege (G.W. Pabst, 1928)

zo, 09/24/2023 - 11:23

Zwijgende films uit de vorige eeuw laten interieurs zien vol met ouderwetse varianten van alledaagse voorwerpen die we honderd jaar later nog steeds gebruiken. Een enkele keer staat in het decor een voorwerp waarvan de functie niet direct duidelijk is, zoals de witte pilaar in de slaapkamer van advocaat Thomas Beck en diens vrouw Irene in de film Abwege.

Thomas Beck (Gustav Diessl) gaat in Abwege volledig op in zijn werk. Zijn vrouw Irene (Brigitte Helm) moet van hem thuis blijven, alsof ze deel uitmaakt van het meubilair. Irene mag niet eens een avondje uit met vrienden. Ze laat zich door een bevriende kunstenaar (Jack Trevor) overhalen om het huwelijk te ontvluchten en met hem mee te reizen naar Wenen. Thomas Beck hoort van het vluchtplan en dwingt buiten medeweten van Irene de kunstenaar om er een streep door te zetten. De huwelijkscrisis verergert naarmate de film vordert. De naderende definitieve breuk wordt gesymboliseerd door een stuk taart dat Irene met een mes doormidden snijdt. De afstand die tussen de echtelieden is gegroeid wordt in een andere scène verbeeld wanneer ze in de slaapkamer tegenover elkaar staan, allebei leunend tegen het uiteinde van het filmframe, zij links en hij rechts. Ditmaal is het geen mes dat twee helften van elkaar scheidt, maar een vreemd wit voorwerp dat minstens twee en een halve meter hoog is.

Frank Morgan en Nancy Carroll in The Kiss Before The Mirror

Het is niet de eerste keer dat ik een vergelijkbaar object op de achtergrond ontwaarde in een film uit de eerste helft van de vorige eeuw. Eerder dit jaar viel het op in The Kiss Before The Mirror (James Whale, 1933), staand in de hoek van de huiskamer van advocaat Paul Held (Frank Morgan) en zijn vrouw Maria (Nancy Carroll) in Wenen. Door het ontbreken van interactie met het witte gevaarte is in beide films onduidelijk waar het voor dient. Is het een opbergruimte voor flessen wijn of sterkere drank? Is het een kunstvoorwerp en moet het een uitgerekte replica voorstellen van het Capitool in Washington? Filmhistoricus Nora Fiore wijdt er enkele woorden aan tijdens haar audiocommentaar voor de Britse Blu-ray-uitgave van The Kiss Before The Mirror. What’s going on with that pillar in the corner? vraagt ze zich af. Is it a giant salt shaker? I dare say dr. Freud might have something to say about it. Fiore kwam na een korte zoekactie tot de conclusie dat het een kabinet of secretaire is.

Reverse image search van de pilaar in Abwege levert een ander antwoord op. Als mijn informatie klopt is de pilaar een soort kachel, ontworpen in neoklassieke stijl en alleen betaalbaar voor mensen met een goede baan (zoals de advocaten in beide films) en een woning met ruime kamers. In de eerste scène in de woonkamer van het echtpaar Held in The Kiss Before The Mirror is geen open haard of andere warmtebron te ontdekken wat het extra aannemelijk maakt dat het om een kachel gaat.

Abwege is het bekijken waard vanwege onder meer Brigitte Helm. De actrice is het bekendst van haar filmdebuut in de dubbelrol van Maria en de robot in Metropolis (Fritz Lang, 1927). Ze was toen zeventien jaar jong. Irene in Abwege was haar vijfde filmrol en de twee onder regie van G.W. Pabst. Haar expressieve acteerstijl is interessanter dan het magere verhaal waar de film aan is opgehangen. In zwijgende films worden gevoelens geuit door overdrijving en Helm doet dat meteen verleidelijk in de eerste scène samen de kunstenaar en haar vriendin Liane (Hertha von Walther). Tegen het einde van een uitbundige scène in een nachtclub lijkt haar lichaam vloeibaar te worden nadat ze een verdovend middel heeft gebruikt dat haar door de mysterieuze Anita (Ilse Bachmann) is aangereikt. Een andere attractie in Abwege is de fotografie. De actrice wordt prachtig belicht door cinematograaf Theodor Sparkuhl. Het was een van zijn laatste Duitse films voordat hij via Frankrijk en Engeland naar Hollywood reisde. Het scherpe contrast tussen licht en schaduw dat hij al toepaste in Abwege droeg bij aan de typische film noir stijl uit het begin van de jaren veertig.

Divide and Dissolve + Chela in OCCII (10 september 2023)

di, 09/12/2023 - 20:17

Divide and Dissolve maakte tijdens eerdere tournees in Nederland indruk op het festival Roadburn en als voorprogramma van Low. Het Australische duo verzet zich met instrumentale doommetal tegen kolonialisme en maakt zich sterk voor inheemse soevereiniteit. Hun politiek engagement deed afgelopen zondag de fundamenten trillen van een volle OCCII.

De concertavond begon zondag stipt op tijd in OCCII. We stapten om 20:30 uur de zaal binnen en hoorden dreunende fabrieksgeluiden vanuit de verte op ons afkomen. Machines lieten zich onder luid protest opwarmen. Ze sputterden en bromden en tikten in een hortend ritme. Ajay Saggar (Bhajan Bhoy) en Kohhei Matsuda (Bo Ningen) van het duo Chela zaten tegenover elkaar aan een tafeltje met randapparatuur. Op de grond lagen effectapparaten in afwachting van de aanraking door schoenzolen. De fabrieksgeluiden maakten plaats voor dwalende gitaargolven waar loopjes onder het oppervlakte kringelden en de rural psychedelia van Flying Saucer Attack de kop boven het water uitstak. Even draaiden de twee muzikanten rondjes door heel minimaal twee akkoorden met elkaar af te wisselen, zoekend naar een uitweg. Die werd gevonden door de toevoeging van natuurlijke geluiden, zoals het gekletter van een verfrissend beekje, en elektronisch voortgebrachte soundscapes. De geïmproviseerde set was net zo prettig vrij van vastgelegde structuren als de zes tracks op het album Diagonal Drift dat eerder dit jaar verscheen.

Chela (bron: YouTube)

Achter Chela stond een muur van vier naast elkaar geplaatste versterkers, wachtend om door hoofdprogramma Divide and Dissolve te worden aangezet. Hun concert zou luid worden, dat was bij voorbaat een zekerheid. Na een introtape van een mij onbekende R&B-zangeres begon Takiaya Reed het optreden bescheiden door repetitieve jazzy frasen te spelen op haar sopraansaxofoon. De blaaspartijen werden met behulp van effecten herhaald en van een zwaardere klank voorzien. De zwevende saxofoonnoten waren de aanloop tot een instrumentale set met slechts gitaar en drums. Meer was niet nodig om het publiek door elkaar te schudden. Reed speelde trage logge noten. Drummer Scarlett Shred volgde de gitaar met harde kale klappen. Vooral de bekkens moesten het ontgelden. Shred vervangt tijdens deze tour Sylvie Nehill die op het recente album Systemic (2023) is te horen. Het hechte spel in OCCII wekte de indruk dat de twee muzikanten al jaren met elkaar optreden. Met een brede glimlach op haar gezicht toonde Reed hoeveel plezier ze beleefde aan het samenspel. De politieke boodschap die bij de instrumentale muziek hoort, kwam pas naar voren toen Reed halverwege het optreden het woord tot het publiek richtte. De slogans op de T-shirts bij de merchandise logen er ook niet om.

Bij Divide and Dissolve gaat het niet om virtuositeit, maar om het effect dat je kunt bereiken door verschillende geluidslagen op elkaar te stapelen. Takiaya Reed speelde in een open stemming waarbij elke aangeslagen noot de overige snaren vanzelf liet meetrillen. De resonerende bassen en boventonen kregen via de uitgekiend afgestelde versterkers extra feedback. Het luide volume kwam in de buurt van Sunn O))), maar deed minder pijn dan bij concerten van die Amerikaanse drone doomband. Muziek van Divide and Dissolve moet gevoeld worden om de band volledig op waarde te kunnen schatten.

De afbeeldingen op deze pagina zijn grotendeels afkomstig van video’s die je kunt terugvinden op het YouTube-kanaal van mauri d.

De opening van het nieuwe concertseizoen in OCCII (1 + 3 september 2023)

di, 09/05/2023 - 20:20

Het einde van de zomervakantie betekent het begin van een nieuw concertseizoen. OCCII startte voortvarend met een volgepropt weekend. Vrijdag keerde een favoriet uit Leeds terug en zondag werd het publiek verrast door een eigenzinnige band uit Portugal.

OCCII had vrijdag de programmeurs van KLONK te gast en een band als hoofdact die eerder dit jaar op dezelfde plek voor een van de hoogtepunten van 2023 had gezorgd. Voordat Nape Neck van start ging werd de zaal opgewarmd door allereerst Eigen Risico, een Spaanse rapper uit Groningen. Diens stevige en vervormde industriële beats waren overdonderend zolang ze gevrijwaard bleven van Smurfenstemmetjes. De raps werden bedolven onder het ritmisch geraas. Ze klonken in de verte als een spoedcursus in het Spaans schelden voor gevorderden. Comfort uit Glasgow mengde abstracte opwellingen uit een laptop met live gespeelde drums. Het duo vertolkte dansbare elektronische punk met de soepel bewegende vocalist Natalie als een rappende Janis Joplin. Het kostte drummer Sean een paar nummers om volledig aansluiting te vinden bij de voorgeprogrammeerde partijen, maar toen hem dat eenmaal lukte liet hij niet meer los.

Nape Neck

Nape Neck maakte nog meer indruk dan tijdens hun OCCII-optreden in januari dit jaar. Het trio speelt aanstekelijk onvermoeibaar. Kathy Grayon slaat onconventionele drumpartijen met herhalende rappe roffels. De loopjes van bassist Claire Adams zijn minstens zo zwaar en vervormd als die van de tegenwoordig gepensioneerde punkveteraan Rob Wright van NoMeansNo. Het spel was vrijdag zo fanatiek dat Adams’ bril van de neus vloog. Bobby Glew vulde de hectische ritmes aan door op de frets te slaan en gejaagd over snaren te glijden, met of zonder slide of lepel. In de bandbiografie worden de ritmische structuren van Nape Neck vergeleken met morsecodes. Dat maakt nieuwsgierig naar de verborgen boodschappen die de muzikanten op concertbezoekers af sturen.

Op zondagavond presenteerde Yugofuturism de laatste van drie avonden Vikendica, een reizend festivalweekend voor avontuurlijke nieuwe muziek dat de dagen ervoor in Vera en WORM was te beleven. Deze editie opende met het Groningse Schau Schau. Ik zag de band eerder dit jaar in Haarlem een prettige set spelen als voorprogramma van Tramhaus. Schau Schau had een eerste single meegenomen (Wants​/​Social Skills op Subroutine Records) en een vijfde bandlid aan de bezetting toegevoegd. De toetsenist gaf vocalist Maarten Huizing gelegenheid om te bedenken wat hij met zijn lege handen aan moest. De band zegt zelf geïnspireerd te zijn door onder meer Can. Ik hoorde zondag ook het natuurlijke gevoel voor popmelodieën zoals je dat bijvoorbeeld tegenkomt bij kiwi rock op Flying Nun Records.

Schau Schau

Na afloop van Schau Schau verscheen tussen het publiek een kleine, gezette oude man met grijze baard en een verwarde oogopslag. Het bleek geen verdwaalde zwerver, maar de vocalist van de volgende band Sereias. De Portugees António Pedro Ribeiro klom het podium op, wist de microfoon te bereiken en bleef met verstarde blik kijken hoe twee van zijn bandleden het hoge voorwerp voor hem lieten zakken. Hij legde een twintigtal A4’tjes met teksten op een lessenaar, pakte met de traagheid van een kameleon een volle waterkan van de grond en nam een paar teugen water. Da, da, da, da, da, schalde hij vervolgens. De papiervellen gleden van schrik massaal van de lessenaar. Ze dwarrelden sierlijk richting de schoenen van de dichter. Slechts één blad bleef over. De dichter negeerde deze achterblijver en zou het hele optreden alle teksten uit zijn hoofd voordragen.

António Pedro Ribeiro is een poëet uit Porto met anarchistische sympathieën die zichzelf schaart tussen surrealisten en situationisten. Ergens halverwege hemel en hel waant hij zich in het gezelschap van William Blake, Arthur Rimbaud, Jim Morrison, Henry Miller en Vincent van Gogh. Achter hem zorgden een drummer, bassist, toetsenist en blazer voor een volumineuze begeleiding. De blazer improviseerde over bezwerende ritmes zoals Duitse bands als Can en Neu! die ooit speelden. Op een filmdoek trilde vervormde videoruis waar soms het herhalende beeld van neerstortende gebouwen in was te herkennen. De dichter wisselde Portugees af met Engels en lage geprevelde declamaties met ijzingwekkend gekrijs. I don’t want to be a normal person! Hij wist zelf ook niet of hij helder van geest was of zijn verstand had verloren. Als het gekte was dat hem dreef, dan had hij die beter onder controle dan zijn trage bewegingen deden vermoeden. De dichter wankelde wel eens, maar viel niet van zijn verhoging. De muziek hield hem in evenwicht.

Sereias

Het overweldigende Sereias was lastig te evenaren. De Slowaakse band 52 Hertz Whale deed een poging met extra luid gespeelde, afmattende emo en een vocalist die over en van het podium rende alsof hij in brand stond. Onder andere omstandigheden had dat heel goed kunnen werken, maar op dit moment van de avond schrokken de onstuimige handelingen af en nam het publiek steeds meer afstand van het podium.

Op het YouTube-kanaal van mauri d vind je enkele video-opnamen, zowel van Schau Schau als van Sereias (hier en hier).

How To Blow Up A Pipeline (Daniel Goldhaber, 2022)

vr, 09/01/2023 - 15:48

In de Amerikaanse film How To Blow Up A Pipeline bereidt een groep jonge activisten een aanslag voor op een oliepijpleiding in Texas. De behoedzame manier waarop ze met explosieven omgaan, roept een zelfde soort spanning op als in Sorcerer (William Friedkin, 1977). De twee films hebben meerdere overeenkomsten.

William Friedkin (1935-2023) vertelt in de uitgebreide en soms eigenaardige conversatie met Deense regisseur Nicolas Winding Refn dat angst voor een nucleaire ramp voor hem een drijfveer was voor het maken van Sorcerer. De jonge personages in How To Blow Up A Pipeline gaan tot actie over vanwege hun zorgen over het klimaat door gebruik van fossiele brandstoffen. De nieuwe film van Daniel Goldhaber werkt toe naar een explosie. Het hachelijke avontuur van de hoofdpersonages in Sorcerer begint na een explosie bij een olieraffinaderij, ergens in de Zuid-Amerikaanse wildernis. De sabotage zorgt voor een brand die alleen gestopt kan worden door een gat te dichten met behulp van dynamiet. De dichtstbijzijnde voorraad is oud en daarom zeer instabiel. De kans is groot dat de staven tijdens het vervoer bij een verkeerde manoeuvre zullen exploderen. Het vervoeren van het dynamiet is daarom een klus voor mensen die niets meer hebben te verliezen. Jackie Scanlon (Roy Scheider), die naar Zuid-Amerika is gevlucht om uit handen te blijven van wraakzuchtige New Yorkse maffia, hoopt met de beloofde beloning weg te kunnen van de armoedige omstandigheden op zijn vluchtadres. Drie lotgenoten sluiten zich bij hem aan.

Scanlon rijdt in een van twee vrachtwagens door een ruig landschap met veel onregelmatig opduikende kuilen. Een van de spannendste scènes speelt zich af bij een gammele hangbrug tijdens noodweer. In een van de benauwende scènes in How To Blow Up A Pipeline moeten de activisten gezamenlijk explosieven aan een verhoogde leiding vastbinden. Een misstap kan dodelijk zijn. In beide scènes dreigt gevaar wanneer een koord begint te ontrafelen. De spanning wordt in How To Blow Up A Pipeline begeleid door elektronische muziek van componist Gavin Brivik. Zijn composities klinken net zo analoog als de filmmuziek die de Duitse band Tangerine Dream in opdracht van Friedkin maakte voor Sorcerer.

Sorcerer

De vertelstructuur van How To Blow Up A Pipeline lijkt geïnspireerd door de montage van Sorcerer die zonder toestemming van William Friedkin in Europa en Australië heeft gedraaid. De originele versie begint met een vierdelige proloog waarin te zien is waarom de vier belangrijkste personages naar Zuid-Amerika zijn gevlucht. De in de ogen van Friedkin verminkte versie begint in Zuid-Amerika en toont de vier delen van de proloog verspreid over de film als korte flashbacks. Daniel Goldhaber heeft die flashbackstructuur overgenomen om in het verloop van zijn verhaal inzicht te geven in de achtergronden van de activisten.

Sorcerer was de duurste film die Friedkin tot dan toe had gemaakt. Hij had de pech dat Star Wars in dezelfde periode uitkwam. Het grote publiek ging massaal naar het sciencefictionspektakel. Sorcerer verdween al na een paar weken uit de bioscopen. Critici waren indertijd ook niet erg enthousiast, vooral omdat ze de film beschouwden als een overbodige remake van de Franse filmklassieker The Wages Of Fear (Henri-Georges Clouzot, 1953). De meningen over Sorcerer zijn ondertussen veranderd en de film heeft een nieuw publiek kunnen bereiken dankzij de Blu-ray uit 2014 met een digitaal geremasterde versie onder auspiciën van Friedkin. How To Blow Up A Pipeline draait op dit moment nog steeds in meerdere zalen.

Mixcloud: 2023 – The Year So Far

za, 08/26/2023 - 13:12

De rustige zomermaanden zijn uitermate geschikt voor het samenstellen van een terugblik op de eerste helft van het muziekjaar. Je kunt een selectie hoogtepunten beluisteren via drie compilaties die ik onlangs op Mixcloud plaatste.

Bij het zoeken naar nieuwe muziek volg ik mijn eigen waan in plaats van die van de dag. Vroeger – heel lang geleden – bepaalden radio (VPRO) en tijdschriften (Opscene, Option, Melody Maker) mijn zoekrichting, aangevuld door wat platenverkopers mij in de handen duwden. Tegenwoordig komen muziektips binnen via internet, variërend van namen die genoemd worden in de tijdlijn van het sterfhuis Twitter, webradio (Concertzender, Ad Infinitum, NTS) tot catalogi van distributeurs (Konkurrent) en (web)winkels (Rush Hour, Underbelly). Tips van vrienden worden ook vaak verzilverd. Vrijwel na elk geslaagd concert meld ik me bij de tafel met merchandise om rechtstreeks uit de handen van muzikanten een plak vinyl (of desnoods een cassette) als aandenken aan te schaffen.

In de eerste mix op Mixcloud hoor je muziek die in 2023 (her)uitgebracht werd. Het is een eclectische verzameling met ambient, experimentele electronische geluiden, folk, indierock, filmmuziek en jazz, beginnend bij een sonic raga trip van Bhajan Bhoy (een van de projecten van de onstuitbaar productieve Ajay Saggar) en eindigend met een track van de compilatie-box Lamina van Drew McDowall (Psychic TV, Coil).

De tweede mix bevat tracks van platen die ik aantrof in schappen van winkels met tweedehands elpees. Soms zocht ik daar gericht, onder meer naar aanleiding van de dit jaar verschenen twee muziekboeken Conform to Deform: The Weird and Wonderful World of Some Bizzare en The Art of Darkness: The History of Goth. Het eerste album van The Roches stond sinds vorig jaar op mijn verlanglijstje omdat ik toen pas vernam dat Robert Fripp die plaat heeft geproduceerd. Het debuut van Space Opera uit 1972 zou me vanwege de misleidende bandnaam nooit zijn opgevallen als ik de YouTube-link had gemist in de tijdlijn van een betrouwbare Twitter-bron. Andere platen die ik in 2023 tegenkwam, had ik in het jaar van uitgave niet kunnen kopen omdat ik als middelbare scholier slechts een zeer beperkt budget tot mijn beschikking had.

De derde muziekselectie op Mixcloud bestaat uit bands en solo-acts die ik de afgelopen zes maanden heb gezien in Amsterdam (OCCII, Paradiso), Haarlem (Patronaat) en Utrecht (dB’s). Ik heb me beperkt tot een mix van een uur met grotendeels korte nummers. Om die reden ontbreekt onder meer Oren Ambarchi terwijl zijn optreden met band in het Bimhuis toch zeker tot de hoogtepunten van 2023 gerekend mag worden.

Squaring The Circle (The Story of Hipgnosis) (Anton Corbijn, 2023)

ma, 08/21/2023 - 09:32

Begin dit jaar was in het Groninger Museum The Art Of Hipgnosis te zien, de eerste grote overzichtstentoonstelling ter wereld over ontwerpstudio Hipgnosis. De verhalen achter de spraakmakende hoesontwerpen van deze Londense studio vormen de basis van de onlangs verschenen film Squaring The Circle, de eerste lange documentaire van Anton Corbijn.

Anton Corbijn was in de ogen van Aubrey ‘Po’ Powell de ideale persoon om een film te maken over zijn ontwerpstudio Hipgnosis. Corbijn is immers internationaal vermaard fotograaf, zelf ook maker van platenhoezen en sinds Control (2007) een gerespecteerd filmregisseur. Toch twijfelde de Nederlander, voornamelijk omdat hij nooit eerder een lange documentaire had gemaakt. Hij werd pas overtuigd na een prettige eerste ontmoeting met Po en realiseerde zich ook dat het project geschikt was om uit te voeren tijdens de coronacrisis. Het kostte vervolgens geen enkele moeite om grote rocksterren enthousiast te krijgen voor het vertellen van het verhaal over de invloedrijke Britse ontwerpers.

De welbespraakte Po is centrale verteller in de documentaire Squaring The Circle. Hij wordt geïntroduceerd terwijl hij de geschiedenis van Hipgnosis op zijn rug torst, lopend over een begraafplaats. Zijn partner Storm Thorgerson is in 2013 overleden en daarom alleen in archiefopnamen te zien en te horen. Anton Corbijn toont de verteller en vele betrokkenen in zwart-wit, niet omdat hij zelf graag in zwart-wit fotografeert, maar omdat de kleurrijke ontwerpen zo extra in het oog springen. Squaring The Circle is chronologische geschiedschrijving, beginnend bij de eerste ontmoeting tussen Po en Storm in de scene rondom Pink Floyd. Die band werd eerste opdrachtgever voor de hoes van A Saucerful Of Secrets in 1968. Hipgnosis zou tot 1983 ontwerpen maken voor onder meer The Nice, Led Zeppelin, Genesis, UFO, Black Sabbath, Yes, Paul McCartney en Peter Gabriel. Het duo Po en Storm werd midden jaren zeventig versterkt door derde partner Peter Christopherson. Deze muzikant van experimentele bands Throbbing Gristle (*), Psychic TV en Coil uitte in zijn bijdragen een fascinatie voor de duistere kanten van het bestaan.

The Dark Side Of The Moon van Pink Floyd

Een van de revolutionaire ontwerpen is de elpeehoes voor Atom Heart Mother (1970). Het was in die tijd ongebruikelijk om bandnaam en titel achterwege te laten. Een hoes had gewoonlijk de functie zoals de verpakking van een wasmiddel: je moest direct kunnen zien wat voor product je in handen had. Op de voorkant van Atom Heart Mother staat een koe die haar kop omkeert en in de camera kijkt. Het dier heeft verder geen enkele connectie met wat op de plaat is te horen. De platenmaatschappij was niet blij, maar de bandleden van Pink Floyd wel en zij waren machtig genoeg om de doorslag te geven. Zo’n koe trekt nogal de aandacht in de schappen van een platenwinkel, veel meer dan een beroemde bandnaam. Ook de abstracte hoes voor The Dark Side Of The Moon (1973) viel op in al zijn schijnbare eenvoud. Het was een inspiratiebron voor grafisch ontwerper Peter Saville bij het ontwerp van de hoes voor Joy Divisions debuutalbum Unknown Pleasures.

Geld speelde in de jaren zeventig geen rol bij de rockdinosaurussen. De mannen van Hipgnosis en hun entourage mochten de wereld over voor fotosessies op exotische locaties. Dat leidde niet altijd tot geslaagde hoezen. Het lelijke beeldje op de hoes van de compilatie Wings Greatest had net zo goed op een bergje zout in een Britse achtertuin gefotografeerd kunnen worden in plaats van op een sneeuwplateau in de Alpen die alleen met een helikopter bereikt kon worden. Dit soort schaamteloos decadent gedrag werd door de punkgeneratie verafschuwd. Zanger Johnny Rotten, die met zijn band Sex Pistols repeteerde in een ruimte achter de studio van Hipgnosis, droeg demonstratief een T-shirt met de tekst I Hate Pink Floyd. De deze maand overleden Britse beeldend kunstenaar Jamie Reid bewees met uitgeknipte letters en collages dat je met weinig middelen ook geschiedenis kunt schrijven.

De verhalen achter de hoezen leveren in Squaring The Circle anekdotes op waarbij dubieuze praktijken en onaangename karaktereigenschappen niet onvermeld blijven. Er is humor en er is drama (de aftakeling van Pink Floyds Syd Barrett, de breuk tussen Po en Storm) en natuurlijk veel muziek. Noel Gallagher van Oasis vertegenwoordigt met zijn commentaar de nostalgische gevoelens van een generatie voor wie het kopen van elpees een bijna rituele aangelegenheid was. Van de paar hoezen die Hipgnosis voor Nederlandse bands heeft gemaakt, komt alleen in een flits To The Hilt (1976) van Golden Earring in een montage voorbij.

De eerste editie van de Blu-ray van Squaring The Circle bevat ook een dvd-versie, een boekwerkje en audiocommentaar van Anton Corbijn samen met Po (inclusief anekdotes die de film niet hebben gehaald en het gepiep van binnenkomende e-mailberichten).

(*) Throbbing Gristle-leden Genesis P-Orridge en Cosey Fanni Tutti zijn als modellen te zien op de hoes van UFO’s album Force It (1975).

O.C. and Stiggs (Robert Altman, 1987)

wo, 08/09/2023 - 12:15

Regisseur Robert Altman werd begin jaren tachtig verleid tot het maken van een tienerkomedie die is gebaseerd op verhalen uit het tijdschrift National Lampoon over het duo O.C. and Stiggs. De gelijknamige film wordt over het algemeen beschouwd als een van Altmans minst geslaagde producties. De recente uitgave op Blu-ray door het label Radiance geeft gelegenheid om de komedie een tweede kans te geven.

Robert Altman kreeg na zijn successen in de jaren zeventig, met onder meer publieksfavoriet M*A*S*H en de lovend ontvangen films The Long Goodbye, Nashville en 3 Women, minder bijval in het daaropvolgende decennium. De in 1980 verschenen films HealtH en Popeye werden indertijd door critici verguist waarna de Amerikaanse regisseur zich voornamelijk bezighield met kleinschalige verfilmingen van toneelstukken. O.C. and Stiggs was in de jaren tachtig zijn enige film met een groot ensemble en gedraaid op meerdere locaties. De producers hoopten op een succesfilm à la National Lampoon’s Animal House (1978). Ze kwamen er te laat achter dat Altman een hekel had aan tienerfilms en dat overduidelijk liet blijken. Na een desastreuze voorvertoning bleef O.C. and Stiggs een paar jaar op de plank liggen om uiteindelijk in een zeer beperkt aantal bioscopen uitgebracht te worden. De pan-en-scanversie op televisie en dvd-uitgaven in het verkeerde beeldformaat leidden niet tot een latere herwaardering.

De film is een aaneenschakeling van schelmenstreken door het duo Oliver Cromwell Oglivie (kortweg O.C.) en zijn maatje Mark Stiggs. De twee middelbare scholieren hebben het gemunt op rijke verzekeraar Randall Schwab (Paul Dooley). Ze schudden het huis van diens familie op met practical jokes, pesten zoon Randall Schwab, Jr. (Jon Cryer) op school en verstieren de bruiloft van dochter Lenore (Laura Urstein). De twee schelmen betrekken voor het nodige vuurwerk twee oorlogsveteranen bij hun plannen en mobiliseren zwervers met hulp van de dakloze Wino Bob (Melvin van Peebles). Je zou de acties van de jongens kunnen opvatten als een heldhaftige strijd tegen de gevestigde orde, maar dat is toch echt te veel eer.

Vanaf de MGM-leeuw, die zijn brul eenmalig heeft verruild voor het uitroepen van de filmtitel, is duidelijk dat de humor van het melige soort is. Daniel Jenkins als O.C. en Neill Barry als Stiggs missen de noodzakelijke komische uitstraling om lachsalvo’s af te dwingen. Regisseur Mike Nichols, die in een vroege productiefase bij het project was betrokken, had Eddy Murphy in gedachten in een van de twee hoofdrollen, maar die casting week te ver af van het bronmateriaal. In de documentaire op de Blu-ray wordt Jim Carrey genoemd als een van de vele acteurs die een auditie zouden hebben gedaan. De filmroem van Jenkins en Barry kwam niet verder dan O.C. and Stiggs, in tegenstelling tot leeftijdsgenoten in kleinere rollen, onder wie Cynthia Nixon (Sex and the City) en Jon Cryer (Pretty In Pink). De twee jonge acteurs staan in de schaduw van routiniers Paul Dooley, Ray Walston en Dennis Hopper. Hopper speelt Vietnamveteraan Sponson. De acteur lijkt verdacht veel op zijn personage in Apocalypse Now. Sponson draagt een fototoestel en wordt geïntroduceerd met muziek van The Doors. Wanneer hij in een helikopter stapt klinkt een lowbudgetversie van Ride Of The Valkyries.

Robert Altman is de kijker bewust aan het stangen met politiek incorrecte grappen. De humor is op zijn best flauw en op zijn slechtst homofoob, zoals in de scènes met dramadocent Garth Sloan (Louis Nye). Niets is heilig voor de in het dagelijks leven als progressief en ruimdenkend bekend staande regisseur.

Technisch gezien is dit een typische Altman. Tijdens het draaien van scènes met grote ensembles, zoals op de bruiloft, werden de dialogen opgenomen met meerdere microfoons en opgevangen door een meersporenrecorder. Altman bepaalde in de eindmix welke dialogen uiteindelijk te horen zijn. Op de soundtrack worden scènes aan elkaar verbonden en van commentaar voorzien met behulp van DJ’s, jingles en liedjes die door een lokale radio worden uitgezonden. Radio is ook in Altmans Thieves Like Us (1974) een verbindend geluid, maar dan veel directer als commentaar ingezet dan in O.C. and Stiggs. In M*A*S*H (1970) is het geen radio, maar een zich vaak versprekende omroeper in het veldhospitaal die scènes aan elkaar praat. O.C. and Stiggs deelt met M*A*S*H het gevoel van constante chaos, maar mist rake grappen en hoofdrolspelers van het kaliber Donald Sutherland en Elliott Gould om boven de chaos uit te stijgen. Terwijl de twee titelpersonages het leven van Schwab saboteren, saboteert Altman doelbewust zijn eigen film. Cast en crew helpen hem daarbij met veel plezier. Volgens de documentaire was het elke dag en nacht feest op en nabij de set.

Het enige leuke aan O.C. and Stiggs is King Sunny Adé. O.C. en zijn maatje zijn fan van deze Nigeriaanse zanger en multi-instrumentalist. De jongens ondernemen een reis om hem samen met zijn band te zien spelen. King Sunny Adé and his African Beats worden door O.C. and Stiggs ook gebruikt als sabotagemiddel op een podium waar eigenlijk een toneelstuk zou worden uitgevoerd. Uit de extra’s op de Blu-ray valt op te maken dat er meer dan één nummer live is opgenomen voor de uitzinnige acteurs en figuranten. Met die opnamen had een mooie concertfilm samengesteld kunnen worden, ware het niet dat het restmateriaal verloren is gegaan.

O.C. and Stiggs is nu als import in gelimiteerde oplage op Blu-ray verkrijgbaar via Radiance, inclusief de meer dan twee uur durende documentaire The Water Is Finally Blue die klinkt als een geïllustreerde combinatie van podcast en audiocommentaar. Radiance bracht tegelijkertijd de Blu-ray uit van Thieves Like Us.

Space Siren in Patronaat, dB’s en OCCII (juni 2023)

di, 07/04/2023 - 17:31

De muzikanten van Space Siren hielden in de tweede helft van juni de herinnering aan songschrijver, gitarist en producer Corno Zwetsloot springlevend met een triomftocht langs enkele kleine podia in de Randstad. De tournee begon in de Katzwijm Studio en eindigde in OCCII Amsterdam.

Het voormalige Patronaat Café in Haarlem heet tegenwoordig Stage 3. De verbouwing heeft het podium veranderd, maar niet de herinnering weggenomen aan het optreden van Space Siren op 1 oktober 2014. We wisten die avond niet dat mede-oprichter Corno Zwetsloot (1965-2014) voor het laatst met de band zou spelen. Hij was te ziek om na Haarlem nog meer optredens te kunnen doen. Space Siren keerde 22 juni jongstleden in een speciale bezetting, samen met twee gitaristen uit HOWRAH, terug op wat sinds die oktoberavond in 2014 aanvoelt als heilige grond. Op de set stonden nummers van de dit jaar postuum uitgebrachte 10” DGDABE, aangevuld met enkele hoogtepunten van eerdere albums en singles. De terugkeer zorgde voor een volgepakte zaal.

Het was om nog meer redenen een gedenkwaardige avond. Openingsband Wounded Kite presenteerde de elpee Feeding Monsters, het eerste album in het meer dan 25-jarig bestaan van de band, en programmeur Joshua Baumgarten nam met pijn in het hart afscheid van zijn Patronaat-avonden met The Irrational Library. Baumgarten kreeg een groots afscheid met het nooit teleurstellende Neighbours Burning Neighbours als overweldigend slotakkoord. Het is niet elke band gegeven om een optreden van Space Siren waardig op te volgen. The Telescopes hadden een dag later in dB’s in Utrecht als headliner minder succes en speelden na de Nederlandse band een set die aanvoelde als een anticlimax.

Space Siren in dB’s Utrecht

Twee van de beste nummers van Space Siren werden tijdens de minitournee vaak aan elkaar gekoppeld. Evidence Collection Guidelines hoorde ik voor het eerste tijdens het festival van The Ex in Paradiso op 1 maart 2014. Space Siren stond toen in de grote zaal en had tussen de pilaren onder het linker balkon volop profijt van de akoestiek in het kerkgebouw. Andere bands verzuipen soms in de beruchte galm van de Paradiso, maar de gelaagde gitaarakkoorden van Space Siren bleven een eenheid vormen, terwijl ze als een sierlijk zwermende groep vogels rond onze hoofden en door de ruimte vlogen. Het overkomt me niet vaak dat een nummer me bij eerste beluistering direct bij de keel grijpt. Evidence Collection Guidelines werd vorige maand tijdens de tournee meestal gevolgd door Slome Drome dat van de aarde loskomt wanneer gitarist Gwendolien Douglas een hoog woordloos thema zingt op de plek van het refrein. Tijdens de uitvoering in Concerto, op 11 februari dit jaar, meende ik haar stem net zo vermenigvuldigd te horen als op de 10”, maar dat bleek achteraf het gevolg van meezingende gitaarboventonen. Bij het optreden in dB’s werd de zang iets harder in de mix gezet dan in het Patronaat waardoor het effect nog magischer werd. Ook de drums van Ineke Duivenvoorde stonden in Utrecht iets luider afgesteld, wat samen met de rollende baslijn van Aico Turba zorgde voor een extra swing in de dansbare nummers.

De tournee eindigde afgelopen vrijdag in een volle OCCII. Dit keer mocht Space Siren de avond afsluiten en verzorgde L&S het voorprogramma. Het project van Franse muzikant Anthony Laguerre en Nederlandse vocalist G.W. Sok (ex-The Ex) wordt op het album When The Vowels Fall begeleid door L’orchestre du Gradus Ad Musicam uit Nancy. Het orkest kwam uit praktische overwegingen live uit een doosje, maar dat deed geen afbreuk aan het eindresultaat. Laguerre en Sok, samen met drummer en gitarist, verrasten halverwege de ingetogen set met een uitvoering van State Of Shock van The Ex. Die band weigert zelf principieel oude succesnummers af te stoffen en G.W. Sok zou het nummer ook nooit uit de archiefdoos hebben gehaald als het niet zo ingrijpend onder handen was genomen en veranderd in iets geheel nieuws en eigens. De Ex-klassieker had een instrumentatie gekregen als van een ballade met een thema dat meer introspectief klonk dan de felle slagen op de snaren in het origineel uit 1991.

Space Siren in OCCII

Space Siren sloot de avond af met een onverminderd hechte set. De band heeft geen solisten en niemand eist een hoofdrol op. De gitaren van Bart Schotman en Cees van Appeldoorn van HOWRAH vormen een eenheid met de gitaar van Douglas. Een enkele keer is het geluid open, zoals tijdens het loopje en de breaks in Berlin. Wanneer het geluid vol is, komen uit de opgestapelde dissonante akkoorden soms spontane harmonieën naar boven drijven. De zang vlijt zich bescheiden tegen de akkoorden aan en kleurt ze door de snaren met kleine intervallen op te tillen of naar beneden te duwen. De melancholische aard van de muziek werd vrijdagavond versterkt door het idee dat dit de laatste mogelijkheid was om de band live in actie te zien. Na afloop hoorde ik dat een vervolg wel degelijk tot de mogelijkheden hoort. Het eerstvolgende project voor de meeste bandleden van Space Siren is het nieuwe album van HOWRAH. De eerste opnamen gaan deze maand van start.

The Telescopes in dB’s Utrecht (23 juni 2023)

zo, 06/25/2023 - 17:01

De huidige minitournee van Nederlandse band Space Siren eindigt op 30 juni in OCCII Amsterdam. Een verslag van een deel van de tour volgt later op deze site. Vrijdagavond opende de band in een goed gevulde dB’s voor The Telescopes. Space Siren is momenteel in topvorm en speelt met een gedrevenheid die de Britse hoofdact in verlegenheid zal hebben gebracht.

Het debuutalbum Taste van The Telescopes was in 1989 een luide representant van wat door de Britse muziekpers als shoegaze werd bestempeld. Op de plaat zijn korte nummers gecentreerd rondom vervormde gitaaruitbarstingen die overeenkomen met de explosieve momenten op het album Isn’t Anything (1988) van Ierse band My Bloody Valentine. Stephen Lawrie heeft ondanks de voortvarende start met zijn band in de schaduw gestaan van de invloedrijke tijdgenoot. Een mogelijke oorzaak van de minder bekende status van The Telescopes is de radiostilte gedurende het grootste deel van de jaren negentig. De Britse band liet vanaf 2002 in nieuwe bezetting weer van zich horen met een experimenteler geluid. De huidige tournee staat vrijwel geheel in het teken van het laatste album Off Tomorrow (2023), door Lawrie begin vorig jaar helemaal in zijn eentje opgenomen in zijn studio in Shropshire.

De trage mengeling van psychedelische rock en dreampop doet in geen enkel opzicht meer denken aan het onstuimige geluid op het debuut. De liedjes en de arrangementen zijn bewust eenvoudig gehouden. Ze werken op plaat beter dan live in dB’s. Lawrie was rechts op het podium fysiek aanwezig, maar mentaal leek hij verstopt in zijn eigen wereld. De langzame, monotone en lage zang straalde weinig levensvreugde uit. Het optreden was het minst geslaagd wanneer de band gedwee en eerbiedig de plaat probeerde te reproduceren. Pas in de tweede helft werden de zwarte gaten in de arrangementen opgevuld met geïnspireerde feedbacksolo’s. De jongere muzikanten werden zichtbaar enthousiaster, vooral de gitarist links die eerder op de avond blij tijdens Space Siren had staan springen. De feedback bleef rondjes draaien toen er aan het eind van de set niemand meer op het podium stond. De bebaarde drummer had zijn instrument gedemonteerd en onderdelen aan het publiek gegeven. Door hun spontane kortstondige percussiespel werd alsnog een beetje passie aan het optreden toegevoegd.

The Dead C + Roy Montgomery in OCCII Amsterdam (14 juni 2023)

vr, 06/16/2023 - 09:22

Het trio The Dead C uit Nieuw-Zeeland heeft sinds de oprichting in 1986 meer dan eens opgetreden in Europa. Nederland werd tijdens eerdere tournees overgeslagen. De opwinding was op sociale media binnen mijn bubbel groot toen dit jaar opeens optredens in ons land werden aangekondigd. De laatste van de drie Nederlandse concerten vond woensdag plaats in OCCII Amsterdam.

De cd In Love With These Times – A Flying Nun Compilation was in 1989 een mooie introductie tot alternatieve gitaarmuziek uit Nieuw-Zeeland. Van twee bands wilde ik direct meer horen: Headless Chickens en The Dead C. Laatstgenoemde band sluit de compilatie af met het experimentele The Wheel, afkomstig van hun eerste elpee DR503. Op die plaat neemt het trio de fakkel over van Sonic Youth en wordt een vlam ontstoken die nog steeds smeult. Op de plaat wordt rock uit elkaar gereten en van de huid ontdaan door muzikanten die lijken te dwalen tussen slaap en ontwaakte toestand. Teksten worden gemompeld, melodieën aan de kant geschoven en gitaren ontstemd. The Dead C speelt nauwelijks riffs en de drummer slaat zelden met gestage slag. Ruis en feedback maken onlosmakelijk deel uit van de metal machine music. Op latere elpees, zoals Armed Courage (2013) en Rare Ravers (2019), worden hele plaatkanten gevuld met lange, vurige en vrije noise jams.

Ik was vergeten dat ik The Dead C al eens live heb gezien. Een Utrechtse connectie wees mij er een paar weken geleden op dat de band deel uitmaakte van een festival in december 2006 waar ik ook bij aanwezig was: de door Thurston Moore gecureerde editie van All Tomorrow’s Parties, georganiseerd in een vakantiepark in Somerset. Met enige moeite vond ik eerder deze week de recensie die ik indertijd voor De Subjectivisten had geschreven. Er was een goede reden dat het optreden van The Dead C ver weg in mijn geheugen zat verstopt. De band was namelijk een tegenvaller. Dat lag niet aan gitarist Bruce Russell en zijn af en toe zingende gitaarmaatje Michael Morley. Hun intens vechtende gitaren werden echter tegengezeten door het bouwvallige en veel te hard afgestelde drumwerk van Robbie Yeats, noteerde ik in 2006. Was dat teleurstellende optreden een minder geslaagde momentopname of stond ons deze week in Amsterdam hetzelfde lot te wachten?

Roy Montgomery

Russell, Morley en Yeats deden deze maand drie optredens in het land. Na Nijmegen en Rotterdam was woensdag Amsterdam aan de beurt. Roy Montgomery was met hen meegereisd om het voorprogramma te verzorgen. De gitarist nam plaats op de rand van het podium in OCCII. Hij vroeg de eerste rijen vriendelijk of ze op de grond wilden zitten. We gingen door onze knieën en trotseerden de betonnen ondergrond. Montgomery verontschuldigde zich bij voorbaat voor de ruwe versies die hij speelde van nummers die nog op plaat moeten verschijnen en in sommige gevallen door andere vocalisten worden gezongen. De gitarist speelde de hele set in dezelfde open stemming. Resonerende grondtonen gaven de vertolkte partijen een Oosters karakter. Montgomery zong af en toe met een lage bariton. Zijn stem deed denken aan Bill Callahan en Michael Gira. Een enkele keer greep de muzikant terug op ouder materiaal, zoals met een verkorte versie van het instrumentale Fantasia On A Theme By Sandy Bull die een hele plaatkant vult op de verzamelbox Harmony Of The Spheres. Het zoekende gitaarspel was een beetje onbeholpen, maar de muzikant wist de zaal stil te houden met zijn aandoenlijke aankondigingen en mistroostige repertoire.

De mannen van The Dead C wachtten tot klokslag 22:00 uur voordat ze het podium betraden voor een lange improvisatie. Russell zorgde links voor gitaargeluiden in de hogere frequenties. Rechts liet Morley zijn instrument lage akkoorden brommen. Hij zong op vertraagde en zeurderige wijze tekstflarden die willekeurig uit de lucht leken gegrepen. Aan variatie deden de mannen niet. Het maakte weinig uit of Russell de snaren met een slide bespeelde of met de onderkant van een bierflesje. Zijn geluid bleef onveranderd hetzelfde. Het spel van drummer Yeats bleek 17 jaar na All Tomorrow’s Parties onveranderd bouwvallig. Gebrekkige instrumentbeheersing weerhield hem niet om ongedurig en druk te timmeren op zijn drumstel. Yeats bleef maar rammen, gaf de snaredrum er extra hard van langs en overstemde zo het totaalgeluid. Het leek alsof de gitaristen hem begeleidden in plaats van andersom.

The Dead C

Het drukke spel van Yeats had een spannend contrast kunnen vormen met de experimenten van zijn twee muzikale vrienden. De drummer beschikte helaas over te weinig speltechniek om spanning teweeg te brengen. Hij heeft zich in tegenstelling tot mede-autodidact Han Bennink nooit ontwikkeld. Bennink mag ook graag dominant zijn en dwars door het spel van andere muzikanten zijn eigen weg slaan, maar de Nederlandse drummer heeft de afgelopen decennia genoeg muzikale bagage bij elkaar verzameld om te blijven verrassen. Gebrek aan techniek en visie tijdens het optreden van The Dead C wekte bij mij al vrij snel irritatie op. Het is goed om principieel tegendraads te zijn en rockclichés te ontmantelen, maar de Nieuw-Zeelandse band gaf mij er deze avond te weinig voor terug.